top of page

Update 17/04/20 - premies bijberoep en compensatiepremie

Om de week af te sluiten hebben we voor jullie meer info (definitief bevestigd door de overheid) omtrent de halve uitkeringen voor zelfstandigen in bijberoep. Hieronder vinden jullie een aantal voorbeelden zodat dit hopelijk meer inzicht geeft in de verschillende situaties.


Zelfstandige in hoofdberoep

Aangezien de zelfstandige in hoofdberoep steeds de wettelijke minimumbijdrage verschuldigd is (ook na het verkrijgen van een vermindering), is er geen impact van regularisaties of verminderingen op de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht.

Zelfstandigen in bijberoep

Voor zelfstandigen in bijberoep ligt het anders. De wettelijk verschuldigde voorlopige en definitief bijdragen kunnen immers van een andere aard zijn.

Situatie 1: inkomsten 2017 < 6.996,89 euro

Betrokkene komt niet in aanmerking voor de uitkering. Met vrijwillig hoger betaalde bijdragen mag geen rekening worden gehouden.

Quid bij de definitieve vaststelling van de inkomsten van 2020?

• Wanneer de definitieve inkomsten van 2020 effectief lager zijn dan 6.996,89 euro, dan is

er geen impact.

• Wanneer de definitieve inkomsten van 2020 hoger zijn dan 6.996 euro, dan komt

betrokkene in principe in aanmerking voor (maximaal) een halve uitkering.

• Indien de definitieve inkomsten hoger zijn dan 13.993,77 euro, komt hij zelfs in

aanmerking voor de volledige uitkering.

De uitkering zal bijgevolg retro-actief worden toegekend.

Je moet wel nu (in 2020) de aanvraag doen!!!

Situatie 2: inkomsten 2017 > 13.993,77 euro

Betrokkene is wettelijk voorlopige bijdragen verschuldigd zoals een zelfstandige in hoofdberoep en kan de volledige uitkering genieten.

Quid bij de definitieve vaststelling van de inkomsten van 2020?

• Wanneer de definitieve inkomsten van 2020 effectief hoger zijn dan of gelijk zijn aan

13.993 euro, dan kan betrokkene de volledige uitkering behouden. Er is geen impact.

• Wanneer de definitieve inkomsten van 2020 lager zijn dan 6.996,89 euro, dan heeft hij

in principe de volledige uitkering onterecht genoten. Indien de definitieve inkomsten zich

tussen 6.996,89 euro en 13.993,77 situeren, heeft hij (maximaal) een halve uitkering

onterecht genoten. De sociale-verzekeringsfondsen mogen het onterecht toegekende

gedeelte van de uitkering niet terugvorderen.

Situatie 3: inkomsten 2017 situeren zich tussen 6.996,89 euro en 13.993,77 euro

Betrokkene komt in aanmerking voor maximaal een halve uitkering. Met vrijwillig hoger betaalde bijdragen mag er geen rekening worden gehouden.

Quid bij de definitieve vaststelling van de inkomsten van 2020?

• Wanneer de definitieve inkomsten van 2020 zich effectief situeren tussen 6.996,89 euro

en 13.993,77 euro, dan kan hij de maximaal halve uitkering behouden. Er is geen impact.

• Wanneer de definitieve inkomsten van 2020 lager zijn dan 6.996,89 euro, dan heeft hij

in principe (maximaal) een halve uitkering onterecht genoten. De sociale-

verzekeringsfondsen mogen de onterecht toegekende halve uitkering niet

terugvorderen.

• Wanneer de definitieve inkomsten van 2020 zich boven 13.993,77 euro situeren, dan

heeft hij in principe een te lage uitkering gekregen. Hij moet het verschil ontvangen om

tot het bedrag van een volledige uitkering te komen.

Wat indien betrokkene een vermindering vraagt?

Dan wijzigen de wettelijk verschuldigde voorlopige bijdragen en wordt er op basis van deze 'nieuwe' bijdragen gekeken of hij in aanmerking komt voor de uitkering. Indien hij bijvoorbeeld een vermindering tot 0 euro vraagt, komt hij niet meer in aanmerking voor de uitkering. Indien hij bijvoorbeeld een vermindering tot op de drempel van 6.996,89 euro vraagt, dan komt hij nog in aanmerking voor (maximaal) een halve uitkering.

Opgelet:

• indien de vermindering werd toegestaan VOOR de corona-crisis, dan kan betrokkene

hier nog aan verzaken en de wettelijk verschuldigde bijdragen betalen (er is geen

wettelijk obstakel om dat te doen).

• indien de aanvraag tot vermindering werd ingediend TIJDENS en NA de corona-crisis,

dan gaan we ervan uit dat betrokkene zijn aanvraag met nodige kennis van zaken doet.

Compensatiepremie.

Voor wie?

• Ondernemers die NIET in aanmerking komen voor de Hinderpremie van 4.000 euro

• Uiterste indiendatum is 30 juni 2020 (Vlaio streeft ernaar om de digitale aanvraagmodule

tegen 1 mei online te zetten)

• Actieve exploitatiezetel in het Vlaams Gewest • Onderneming of zelfstandige is actief in

de KBO op 12 maart 2020 (Ondernemingen die zich in een niet-actieve toestand

bevinden zijn uitgesloten vb. faillissement, vereffening, stopzetting).

• Er zijn maximaal 5 premies per onderneming als er meerdere exploitatiezetels per

onderneming zijn (je dient slechts 1 aanvraag in per onderneming);

• Premie wordt uitbetaald aan de onderneming die de aanvraag doet

• Starters nà 14/03/2020 komen niet in aanmerking

Opgelet; je kan enkel een premie krijgen in geval van een omzetdaling ingevolge de exploitatiebeperkingen opgelegd door de Nationale Veiligheidsraad.


Bedrag éénmalige premie?

3.000 euro

Je bent:

• Zelfstandige in hoofdberoep

• Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen )

heeft van minstens € 13.993,78

• Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht met minstens 1 VTE

werkend vennoot of minstens 1 VTE bij de RSZ ingeschreven personeelslid

• Een buitenlandse onderneming met vergelijkbaar statuut met minstens 1 VTE werkend

vennoot of minstens 1 VTE bij de RSZ ingeschreven personeelslid

• Een vereniging of VZW met economische activiteit met minstens 1 VTE bij de RSZ

ingeschreven personeelslid.


• 1.500 euro

Je bent:

• Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen heeft tussen € 6.996,89 en €

13.993,78 en als loontrekkende niet 80% of meer is tewerkgesteld

• Gepensioneerden die een zelfstandige activiteit uitoefenen en student-zelfstandigen

komen in aanmerking voor zover ze voldoen aan voormelde voorwaarden.

• Ook journalisten en andere beroepscategorieën die van rechtswege zijn vrijgesteld van

de wettelijke bijdragen kunnen genieten van deze steunmaatregel.


Welke activiteiten komen in aanmerking?

• De hoofdactiviteit van je onderneming behoort op 13 maart 2020 volgens je inschrijving

in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) tot één van volgende 5 categorieën:

• Het betreft:

1) de eventsector en de andere ondernemingen die indirect door de sluitingen en

afgelastingen ten gevolge van de coronavirusmaatregelen worden getroffen;

2) de (para)medische beroepen en technische controle die ten gevolge van de

coronavirusmaatregelen alleen nog dringende interventies mogen doen;

3) de dienstenleveranciers die ten gevolge van de coronavirusmaatregelen alleen nog

dringende interventies mogen doen of waarbij bepaalde werklocaties worden

afgesloten;

4) de ondernemingen die essentiële diensten leveren.

5) Ben je niet actief in één van voormelde sectoren en was je niet verplicht de deuren te

sluiten, dan komt je onderneming in aanmerking voor steun indien zij een substantiële

exploitatiebeperking ondergaat ten gevolge van de maatregelen om de verspreiding van

het coronavirus tegen te gaan.


Uitgesloten zijn:

• Holdingvennootschappen;

• Patrimoniumvennootschappen (verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-

residentieel onroerend goed, exclusief terreinen);

• Activiteiten van hoofdkantoren;

• Managementvennootschappen waarvan de zaakvoerder van de onderneming zakelijke

diensten verleent aan een onderneming die reeds de compensatiepremie ontving en

waarin deze zelfde persoon bestuurder, vennoot of zaakvoerder is.

• Ondernemingen die ingevolge de coronavirusmaatregelen verplicht werden de deuren

van hun locaties te sluiten (zij genieten van de Hinderpremie).


Hoeveel omzetverlies kunnen aantonen?

• Omzetverlies van -60% (excl. BTW) aantonen via verklaring op eer aan Vlaio


Vergelijking referentieperiode 14/03/20 tot 30/04/20 met 14/03/19 tot 30/04/19. Tip: Indien de referentieperiode een abnormaal lage omzet aantoont mag de periode vervangen worden door een andere referentieperiode

• Voor startende ondernemingen geldt als referte de verwachte omzet van 14 maart 2020 tot en met 30 april 2020 in een financieel plan.


De omzetdaling is de daling van de omzet (excl. btw) ingevolge verminderde prestaties door exploitatiebeperkingen opgelegd door de Nationale Veiligheidsraad, dus niet door uitgestelde facturatie. De omzetdaling wordt aangetoond op basis van één van volgende elementen:

o dagontvangsten

o geleverde prestaties

o tijdsregistratie


Ingeval van omzetdaling door substantiële exploitatiebeperkingen, moet de omzetdaling het gevolg zijn van bijvoorbeeld de opgelegde verplichtingen, zoals deze van de social distancing van de werknemers waardoor de onderneming niet op volle toeren kan draaien. De omzetdaling kan eveneens te wijten zijn aan de verminderde afname van producten en diensten door professionele klanten omdat zij hun zaak moesten sluiten. Loutere omzetdaling door verminderde vraag is een onvoldoende reden.


Deze premie kan niet gecumuleerd worden met:

• de corona hinderpremie

• achtergestelde leningen in het kader van de coronavirusmaatregelen bij PMV

• de gigarantwaarborg verleend door PMV ten gevolge van de coronavirusmaatregelen

• de sluitingspremie ingevolge hinder openbare werken voor de periode van 14 maart

2020 tot 30 april 2020. De omzetverklaring moet dus bevestigd worden in een verklaring op eer. De bewijsstukken moeten gedurende 5 jaar bewaard worden. Vlaio kan de waarachtigheid van de door de onderneming gerapporteerde omzetdaling controleren op basis van administratieve gegevens en van de boekhouding van de onderneming, en dit zowel voorafgaandelijk aan als tot vijf jaar na uitbetaling van de subsidie. Ondernemingen moeten de subsidie die ten onrechte ontvangen werden, terugbetalen aan het Vlaio! Er is geen cumul mogelijk met de achtergestelde lening en de Gigarantwaarborg verleend door PMW en met de corona hinderpremie.

 


bottom of page