top of page

Nieuw verplichte factuurvermelding

'Verlegging van de heffing - werk in onroerende staat' vanaf 1/1/2023


De voldoening van de BTW bij werken in onroerende staat dat wordt verricht voor een BTW-plichtige afnemer die periodieke BTW aangiften indient, wordt verplicht verlegd naar de afnemer. Vanaf 01/01/2023 volstaat de loutere vermelding 'btw verlegd' op de factuur niet langer. Het KB van 26/10/2022 legt een verplichte factuurclausule op.


Artikel 20, § 3, eerste lid, nieuw, van het koninklijk besluit nr. 1 (KB 26.10.2022 – BS 10.11.2022) bepaalt voortaan dat de door de dienstverrichter uitgereikte factuur en het dubbel dat hij bewaart melding maken van het voorhanden zijn van de verschillende elementen die de toepassing van de verleggingsregeling rechtvaardigen, voor die handelingen geen melding maken van het tarief noch van het bedrag van de verschuldigde belasting (zoals bepaald in de huidige paragraaf 3 van deze bepaling), maar wel de volgende vermelding bevatten:


"Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.".


Het doel van deze verwijzing is in het bijzonder de afnemer die geen periodieke btw-aangiften indient en die zijn aannemer niet in kennis heeft gesteld van zijn hoedanigheid, te informeren over de gevolgen ten aanzien van zijn persoonlijke aansprakelijkheid voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en boetes.


Met deze verklaring wordt de aannemer - behoudens samenspanning tussen de partijen - ontslagen van de aansprakelijkheid wat betreft de "hoedanigheid van de afnemer, wanneer de klant de factuur niet schriftelijk betwist (nieuw art. 20, § 3 KB nr. 1).

bottom of page